Rijm
Rijm bestaat in veel verschillende vormen. De meeste mensen kennen rijm voornamelijk als volrijm. Dat betekent dat woorden in het geheel op elkaar rijmen, doordat de laatste beklemtoonde lettergrepen van woorden hetzelfde klinken. Zo rijmt hond op mond en op wond, en kinderen op hinderen.
Maar er zijn nog veel meer soorten rijm! Zo is er ook rijm in de zin: "De kat krabt de krullen van de trap" alleen is dat geen volrijm, maar alliteratie. Hieronder zal ik de verschillende rijmsoorten noemen.
(Een gedicht hoeft trouwens niet te rijmen! Er zijn genoeg gedichten zonder rijm.)
Zie voor uitleg over het rijmschema, de pagina rijmschema.
Alliteratie
Alliteratie ken je al van het voorbeeld hierboven, namelijk: "De kat krabt de krullen van de trap". In die zin beginnen veel woorden met de k.
Van alliteratie is sprake als minstens twee beklemtoonde lettergrepen in een stukje tekst (zin, uitdrukking, versregel...) hetzelfde zijn. Zo begint de eerste zin van het stukje 'verschillende soorten rijm' met 'de meeste mensen', waarmee meesten en mensen met elkaar allitereren.
Assonantie
Assonantie lijkt op alliteratie, alleen gaat het hier niet om de medeklinkers, maar om de klinkers. Er is namelijk spraken van assonantie als de klinkers van minstens twee beklemtoonde lettergrepen, gelijk zijn. Bijvoorbeeld een olijke olifant, of een achterlijke Antwerpse alg. Het gaat hierbij om de uitspraak, en niet om de spelling (zo is er bijvoorbeeld ook assonantie bij 'een groot cadeau').
Binnenrijm
Normaal staat rijm aan het einde van een regel, maar bij binnenrijm staat hij juist in het midden van de regel. Als 't ware echt 'binnen' in het gedicht. Bijvoorbeeld:
"Terwijl de zee langzaam terugging
en met haar mee de golven nam
nog hele dagen niet gezien was
kwam niemand vragen waar ze bleef."
Eindrijm
Eindrijm betekent dat de rijm zich aan het einde van de regel bevindt. Dit is de meest voorkomende situatie. Die ken je bijvoorbeeld ook al van rijmpjes als:
"Rozen zijn rood
viooltje zijn blauw
Bloemen gaan dood
en ik houd niet van jou"
De rijmende woorden bevinden zich dan dus aan het einde van een regel.
Kettingrijm
Bij kettingrijm, rijmt het laatste woord van de regel, op het eerste woord van de volgende regel. Bijvoorbeeld:
"Wie altijd en immer vloekt,
zoekt nog naar betere woorden."
of:
"Een meisje zo jong en zo fris,
is zelden vergeten te slapen."
Mannelijk, vrouwelijk of slepend rijm
Dit is niet een specifieke rijmsoort, maar een onderverdeling van rijmende woorden. Zo klinkt het rijmpaar hond/mond of koe/boe, anders dan de rijmparen honden/monden of koeien/boeien. Het verschil is het aantal onbeklemtoonde lettergrepen dat na de laatste beklemtoonde lettergreep komt (en die laatste beklemtoonde lettergreep zorgt voor de rijm).
Bij hond of koe is er maar één (beklemtoonde) lettergreep en volgt er dus geen onbeklemtoonde lettergreep. Dat heet mannelijk rijm. Als er wél nog één onbeklemtoonde lettergreep volgt (koeien), dan heet het vrouwelijk rijm. En als het meer dan één onbeklemtoonde lettergreep aan het einde heeft, dan heet het slepen rijm (voorbeeld: kinderen/hinderen).
(Een beklemtoonde lettergreep is een lettergreep waar de klemtoon op ligt, dat is het deel van het woord dat je met de meeste nadruk uitspreekt. Als je twijfelt, kun je de klemtoon altijd in het woordenboek terugvinden. Een onbeklemtoonde lettergreep, is een lettergreep zonder klemtoon.)
Maar er zijn nog veel meer soorten rijm! Zo is er ook rijm in de zin: "De kat krabt de krullen van de trap" alleen is dat geen volrijm, maar alliteratie. Hieronder zal ik de verschillende rijmsoorten noemen.
(Een gedicht hoeft trouwens niet te rijmen! Er zijn genoeg gedichten zonder rijm.)
Zie voor uitleg over het rijmschema, de pagina rijmschema.
Alliteratie
Alliteratie ken je al van het voorbeeld hierboven, namelijk: "De kat krabt de krullen van de trap". In die zin beginnen veel woorden met de k.
Van alliteratie is sprake als minstens twee beklemtoonde lettergrepen in een stukje tekst (zin, uitdrukking, versregel...) hetzelfde zijn. Zo begint de eerste zin van het stukje 'verschillende soorten rijm' met 'de meeste mensen', waarmee meesten en mensen met elkaar allitereren.
Assonantie
Assonantie lijkt op alliteratie, alleen gaat het hier niet om de medeklinkers, maar om de klinkers. Er is namelijk spraken van assonantie als de klinkers van minstens twee beklemtoonde lettergrepen, gelijk zijn. Bijvoorbeeld een olijke olifant, of een achterlijke Antwerpse alg. Het gaat hierbij om de uitspraak, en niet om de spelling (zo is er bijvoorbeeld ook assonantie bij 'een groot cadeau').
Binnenrijm
Normaal staat rijm aan het einde van een regel, maar bij binnenrijm staat hij juist in het midden van de regel. Als 't ware echt 'binnen' in het gedicht. Bijvoorbeeld:
"Terwijl de zee langzaam terugging
en met haar mee de golven nam
nog hele dagen niet gezien was
kwam niemand vragen waar ze bleef."
Eindrijm
Eindrijm betekent dat de rijm zich aan het einde van de regel bevindt. Dit is de meest voorkomende situatie. Die ken je bijvoorbeeld ook al van rijmpjes als:
"Rozen zijn rood
viooltje zijn blauw
Bloemen gaan dood
en ik houd niet van jou"
De rijmende woorden bevinden zich dan dus aan het einde van een regel.
Kettingrijm
Bij kettingrijm, rijmt het laatste woord van de regel, op het eerste woord van de volgende regel. Bijvoorbeeld:
"Wie altijd en immer vloekt,
zoekt nog naar betere woorden."
of:
"Een meisje zo jong en zo fris,
is zelden vergeten te slapen."
Mannelijk, vrouwelijk of slepend rijm
Dit is niet een specifieke rijmsoort, maar een onderverdeling van rijmende woorden. Zo klinkt het rijmpaar hond/mond of koe/boe, anders dan de rijmparen honden/monden of koeien/boeien. Het verschil is het aantal onbeklemtoonde lettergrepen dat na de laatste beklemtoonde lettergreep komt (en die laatste beklemtoonde lettergreep zorgt voor de rijm).
Bij hond of koe is er maar één (beklemtoonde) lettergreep en volgt er dus geen onbeklemtoonde lettergreep. Dat heet mannelijk rijm. Als er wél nog één onbeklemtoonde lettergreep volgt (koeien), dan heet het vrouwelijk rijm. En als het meer dan één onbeklemtoonde lettergreep aan het einde heeft, dan heet het slepen rijm (voorbeeld: kinderen/hinderen).
(Een beklemtoonde lettergreep is een lettergreep waar de klemtoon op ligt, dat is het deel van het woord dat je met de meeste nadruk uitspreekt. Als je twijfelt, kun je de klemtoon altijd in het woordenboek terugvinden. Een onbeklemtoonde lettergreep, is een lettergreep zonder klemtoon.)