Vrouwkje Tuinman
Vrouwkje Tuinman (1974) heeft 4 dichtbundels op haar naam staan, en schrijft daarnaast romans, artikelen, columns, teksten voor muziektheater en recensies. Ook is ze gespreksleider/presentator en geeft ze cursussen in proza- en poëzieschrijven.
Voorbeeld van een gedicht:
Vitrine
's Ochtends breek ik een wijnglas.
Ik zeg een ik bedoel mijn. Ik heb
één wijnglas. Had, één.
Alles is verschoven sinds ik ben
verloren. Sinds mijn orde van achter
het vertrek aan alles ruimen, sporen
wissen, niet meer werkt. Nu
spaar ik stukjes hem.
De mens is een verzamelaar. Ik ben,
en wat ik niet vastleg is niet gebeurd.
Ik wil dat alles is gebeurd. Ik vind.
's Middags vind ik een hemd
en as onder mijn boekenkast, haartjes
van zijn borst en baard, een bonnetje
van de muziek, lege flessen,
alles leg ik in bed.
Bij nader inzien toch een doos, en
's avonds nog mijn portglas gebroken.
Niet één, maar mijn. Nu geen.
(van: www.vrouwkje.nl)
Vitrine
's Ochtends breek ik een wijnglas.
Ik zeg een ik bedoel mijn. Ik heb
één wijnglas. Had, één.
Alles is verschoven sinds ik ben
verloren. Sinds mijn orde van achter
het vertrek aan alles ruimen, sporen
wissen, niet meer werkt. Nu
spaar ik stukjes hem.
De mens is een verzamelaar. Ik ben,
en wat ik niet vastleg is niet gebeurd.
Ik wil dat alles is gebeurd. Ik vind.
's Middags vind ik een hemd
en as onder mijn boekenkast, haartjes
van zijn borst en baard, een bonnetje
van de muziek, lege flessen,
alles leg ik in bed.
Bij nader inzien toch een doos, en
's avonds nog mijn portglas gebroken.
Niet één, maar mijn. Nu geen.
(van: www.vrouwkje.nl)
_U bent pas in 2002 begonnen met het schrijven
van gedichten. Waarom heeft dat zolang geduurd?
Geen idee, ik heb het ook niet als lang ervaren, zelf. Het was simpelweg niet aan de orde, voor die tijd. Ik heb altijd veel geschreven, en gaandeweg zijn daar genres bij gekomen. In het algemeen probeer ik altijd nieuwe dingen te leren, nieuwe vormen uit te proberen. Op een gegeven moment merkte ik aan formuleringen en tekstfragmenten die buiten mijn andere werk vielen dat ze richting poezie gingen.
Ik las dat u zeker een halfjaar over één gedicht doet. Denkt u dat dat (een gedicht heel lang laten liggen) de beste manier is om een gedicht te schrijven?
Voor mij wel. Een eerste versie schrijven kost me gemiddeld een maand. In zo’n maand schrijf ik voornamelijk aan andere dingen, en speelt het gedicht door mijn hoofd. Als ik iets een tijd laat liggen, denk ik er meestal weer anders over. Dat proces vind ik interessant, en wil ik voor gedichten een paar keer doorlopen voor ze in een bundel komen.
Hoe eerlijk zijn uw gedichten? Is alles gebaseerd op uw eigen leven of is het deels fictief?
Fictie kan ook eerlijk zijn. En je eigen leven kun je ook fictief beschrijven. Kortom, het sluit elkaar niet uit.
Ik baseer geregeld dingen op mijn eigen leven/ervaringen, maar vervolgens vergroot ik ze uit, geef ik ze een andere context, pas ik ze aan in een richting die ik qua taal interessant vind, etc etc. Vaak gaat het dan inmiddels totaal niet meer over dat ene wat ik in het begin voor me zag.
Uw roman Buurvrouw is in het Duits vertaald, een taal die nog relatief dicht bij het Nederlands staat. In hoeverre denkt u dat uw gedichten, die mij nog moeilijker te vertalen lijken, hun kracht zullen behouden als ze vertaald worden in een andere taal?
Het klopt denk ik dat gedichten moeilijker te vertalen zijn. Van mij zijn gedichten in het Engels en het Duits vertaald (en jaren geleden in het Frans), en bij die twee processen kon ik er redelijk dicht op zitten. Het vertaalproces leerde me ook dingen over mijn eigen schrijven.
Ik denk dat je het idee los moet laten dat je een gedicht kunt ‘behouden’ zoals het is wanneer het vertaald wordt. Feitelijk schrijft de vertaler een nieuw gedicht, en daarbij moet hij jongleren: kun je EN ritme EN klank EN betekenis EN eventuele visuele aspecten behouden? Ik denk van niet. Niet als je iets vloeiends wilt maken dat ook werkt in die andere tijd. In een ideale wereld zou de vertaling niet alleen anders, maar zelfs beter zijn.
U heeft samen met fotografe Andrea Stultiens een boek gemaakt over het overlijden van twee dierbare personen. Hoe staat u tegenover het schrijven over zulke grote emotionele gebeurtenissen?
Daar heb ik geen algemeen antwoord op. Mij is het overkomen – sinds mijn beste vriend dood ging heb ik vrijwel alleen over dood en rouw geschreven, omdat ik simpelweg geen ander onderwerp heb. Dat was voor het eerst, eerder heb ik geen emotionele zaken waar ik op dat moment mee bezig was verwerkt in mijn schrijven.
Ik denk dat je je bewust moet zijn van het verschil tussen werk dat vooral in particuliere omgeving werkt, daar zijn kracht heeft, en werk dat ook voor anderen waarde heeft. Ik probeer me daar altijd bewust van te zijn en heb de laatste jaren ook veel geschreven dat niet gepubliceerd is.
Met verwerken heeft het overigens weinig te maken, in mijn geval. Het verdriet is er niet minder van geworden, en ook niet erger. Het is eenvoudigweg wat me bezighoudt, en daarom schrijf ik erover.
En tot slot: welke tips zou u aan jonge dichters willen meegeven?
Hardop lezen in alle fases van je schrijven. Dan hoor je zelf wat er wel en niet loopt.
Geen idee, ik heb het ook niet als lang ervaren, zelf. Het was simpelweg niet aan de orde, voor die tijd. Ik heb altijd veel geschreven, en gaandeweg zijn daar genres bij gekomen. In het algemeen probeer ik altijd nieuwe dingen te leren, nieuwe vormen uit te proberen. Op een gegeven moment merkte ik aan formuleringen en tekstfragmenten die buiten mijn andere werk vielen dat ze richting poezie gingen.
Ik las dat u zeker een halfjaar over één gedicht doet. Denkt u dat dat (een gedicht heel lang laten liggen) de beste manier is om een gedicht te schrijven?
Voor mij wel. Een eerste versie schrijven kost me gemiddeld een maand. In zo’n maand schrijf ik voornamelijk aan andere dingen, en speelt het gedicht door mijn hoofd. Als ik iets een tijd laat liggen, denk ik er meestal weer anders over. Dat proces vind ik interessant, en wil ik voor gedichten een paar keer doorlopen voor ze in een bundel komen.
Hoe eerlijk zijn uw gedichten? Is alles gebaseerd op uw eigen leven of is het deels fictief?
Fictie kan ook eerlijk zijn. En je eigen leven kun je ook fictief beschrijven. Kortom, het sluit elkaar niet uit.
Ik baseer geregeld dingen op mijn eigen leven/ervaringen, maar vervolgens vergroot ik ze uit, geef ik ze een andere context, pas ik ze aan in een richting die ik qua taal interessant vind, etc etc. Vaak gaat het dan inmiddels totaal niet meer over dat ene wat ik in het begin voor me zag.
Uw roman Buurvrouw is in het Duits vertaald, een taal die nog relatief dicht bij het Nederlands staat. In hoeverre denkt u dat uw gedichten, die mij nog moeilijker te vertalen lijken, hun kracht zullen behouden als ze vertaald worden in een andere taal?
Het klopt denk ik dat gedichten moeilijker te vertalen zijn. Van mij zijn gedichten in het Engels en het Duits vertaald (en jaren geleden in het Frans), en bij die twee processen kon ik er redelijk dicht op zitten. Het vertaalproces leerde me ook dingen over mijn eigen schrijven.
Ik denk dat je het idee los moet laten dat je een gedicht kunt ‘behouden’ zoals het is wanneer het vertaald wordt. Feitelijk schrijft de vertaler een nieuw gedicht, en daarbij moet hij jongleren: kun je EN ritme EN klank EN betekenis EN eventuele visuele aspecten behouden? Ik denk van niet. Niet als je iets vloeiends wilt maken dat ook werkt in die andere tijd. In een ideale wereld zou de vertaling niet alleen anders, maar zelfs beter zijn.
U heeft samen met fotografe Andrea Stultiens een boek gemaakt over het overlijden van twee dierbare personen. Hoe staat u tegenover het schrijven over zulke grote emotionele gebeurtenissen?
Daar heb ik geen algemeen antwoord op. Mij is het overkomen – sinds mijn beste vriend dood ging heb ik vrijwel alleen over dood en rouw geschreven, omdat ik simpelweg geen ander onderwerp heb. Dat was voor het eerst, eerder heb ik geen emotionele zaken waar ik op dat moment mee bezig was verwerkt in mijn schrijven.
Ik denk dat je je bewust moet zijn van het verschil tussen werk dat vooral in particuliere omgeving werkt, daar zijn kracht heeft, en werk dat ook voor anderen waarde heeft. Ik probeer me daar altijd bewust van te zijn en heb de laatste jaren ook veel geschreven dat niet gepubliceerd is.
Met verwerken heeft het overigens weinig te maken, in mijn geval. Het verdriet is er niet minder van geworden, en ook niet erger. Het is eenvoudigweg wat me bezighoudt, en daarom schrijf ik erover.
En tot slot: welke tips zou u aan jonge dichters willen meegeven?
Hardop lezen in alle fases van je schrijven. Dan hoor je zelf wat er wel en niet loopt.